Keti Koti voor witte socialisten?
Dit is een opiniestuk, meningen verkondigt in deze tekst vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de werkgroep en/of haar deelnemers.
Wanneer je een aantal artikelen uit de NRC pakt dan is de visie op Keti Koti het volgende: iets dat gevierd moet worden. Berichten op Instagram stromen binnen: mensen die aankondigen dat ze vrij vragen op Keti Koti. Er ontstaat een meer collectief bewustzijn van het Nederlands slavernijverleden. Maar in hoeverre kan een ‘feest’ bijdragen aan het bewustzijn van de strijd die Zwarte* mensen in Nederland nog elke dag voeren? En hoe is die strijd verbonden aan het socialisme?
Keti Koti (zeg: kittie kottie) betekent gebroken ketenen. Het is een feest afkomstig uit Suriname om de afschaffing van de slavernij te vieren. Afschaffing wil hier zeggen: tot slaaf gemaakte mensen moesten nog wel tien jaar doorwerken en slavenhouders kregen voor elk tot slaaf gemaakt persoon die bevrijd werd een compensatie van 300 gulden. Het ging hier om 33.000 tot slaaf gemaakte mensen uit Suriname en 12.000 van de voormalige Nederlandse Antillen (Historiek.net, 2021) . (dus om een beetje een beeld te krijgen van al het leed waar Nederland voor verantwoordelijk is: dan hebben we het met Keti Koti nog niet eens over de slavernij die Nederland voerde in voormalig Nederlands-Indië).
Er zijn mensen van mening dat Keti Koti eigenlijk geen feestje moet zijn. Marvin Hokstam schrijft erover: ‘1 juli vieren is voor mij net zo wrang als vieren dat een fietsendief eindelijk tot het inzicht komt dat hij jouw fiets terug moet geven. Stel je dat eens voor. Ieder jaar weer nodig je hem weer uit om samen met jou zijn groei, zijn inzicht, en zijn bewustzijn te vieren.’ Hij pleit ervoor dat Keti Koti vooral een stille herdenking moet zijn (Hokstam, 2022) .
Ik ben wit, ik leef niet met de intergenerationele pijn en leef ook niet elke dag met racisme. Ik twijfelde of dit mijn artikel om te schrijven zou zijn, want ik vind dat we het woord vooral moeten geven aan mensen met de geleefde ervaring. Tegelijkertijd vind ik dat we als witte mensen, met alle privileges die daarbij horen, de verantwoordelijkheid hebben elkaar te informeren en ons in te zetten. Wij, witte mensen, profiteren nog elke dag in zekere zin van de slavernijgeschiedenis. Door andere landen uit te buiten is Nederland rijk geworden. De rijkdom van Nederland is voor een groot deel te danken aan de creatie van het idee dat er rassen zijn. En dat het ene ras beter is dan het andere en het oké is om de ‘mindere’ groep uit te buiten. Dit werkt nog door in onze maatschappij. En als Zwarte en andere mensen van kleur eerder worden afgewezen voor een baan (Veen, 2019) en minder kans hebben op een huis (Elibol & Tielbeke, 2018) dan betekent dat voor witte mensen privilege in het werkveld en op de woningmarkt. Wat mij betreft is het niet aan ons om Keti Koti te vieren als een feestje, maar om haar te gebruiken als een moment van reflectie. Ook voor witte socialisten specifiek valt hier nog veel te halen.
Slavernij kan gezien worden als een kapitalistisch fenomeen. Wat is er kapitalistischer dan een maatschappij die zo gefocust is op het maken van winst dat ze een groep van haar eigen mensen mishandelt, uitbuit en verkoopt. Zwarte antikoloniale activisten en communisten zijn dan ook historisch vaak identiteiten geweest die samengaan. Zo ook Surinaamse antikoloniale schrijver en nationalist Anton de Kom. In 1933 werd hij in Nederland verwelkomt door communisten. Hij zei daar de volgende woorden in een speech:
Kameraden, ik dank jullie voor jullie hartelijke ontvangst. Ik breng jullie een groet van jullie verdrukte, hongerende Surinaamse broeders. Jullie aanwezigheid beschouw ik niet als een persoonlijke hulde, maar als een bewijs van jullie solidariteit en jullie medeleven met hen. Veel heb ik geleden, veel leed mijn vrouw en veel leden mijn kinderen. Maar nu ben ik hier, en ik wil met jullie strijden tegen het imperialisme, dat de vijand is van blanke** en bruine arbeiders. Ik roep jullie sympathie en daadwerkelijke solidariteit in voor het ongelukkige Surinaamse proletariaat. Strijdt samen met jullie broeders aan de overkant van de Oceaan voor een betere wereld, waarin recht, vrijheid en arbeid zal zijn voor iedereen. Ik heb gezegd en dank jullie!”
(Koops, 2021) .
Ik herken in zijn woorden een oproep om expliciet alle groepen mee te nemen wanneer we het hebben over ‘de bevrijding van het proletariaat.’ Denk aan de landen die onder ons koninkrijk vallen: Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. Dat zij officieel geen koloniën meer zijn, betekent niet dat Nederland met hen omgaat als gelijkwaardig. Premier van Sint-Maarten Silveria Jacobs geeft aan dat ze nauwelijks financiële ondersteuning ontvangen en vrijwel geen zeggenschap hebben in de regering. Zij kan niet eens zelf een gesprek aanvragen met Mark Rutte (Nzume, 2020) .
Wanneer wij, Zwarte mensen en de worstelingen die zij ervaren, niet expliciet meenemen in ons socialisme, is het dan wel echt een bevrijding? Is het dan niet verplaatsing van de onderdrukkende macht naar de witte arbeider?
Veel socialistische organisaties zijn maar al te blij om rond te zwaaien met elk obscuur werk van een oude witte socialist ooit (zolang hij maar een baardje heeft), maar naar werken van Zwarte socialisten (om Anton de Kom en Angela Davis maar als voorbeelden te noemen) wordt nauwelijks omgekeken.
Keti Koti kan, in plaats van een feestje, een moment zijn om je af te vragen of jouw inzet voor de maatschappij inclusief is naar alle groepen binnen de werkende klasse, of dat je jouw eigen geleefde ervaring centraal zet. En laat het vooral een moment zijn om na te denken over al het leed dat de slavernij heeft voortgebracht, en nog steeds voortbrengt.
*Zwart wel of niet met een hoofdletter schrijven is een discussiepunt, ook onder Zwarte denkers en activisten zelf. De ene groep vind dat het tekort doet aan een ontzettend diverse groep, je schaart dan mensen afkomstig uit allerlei verschillende landen onder één etnische afkomst. Een andere groep denkers is wel voorstander van de hoofdletter. Hoogleraar Kwame Anthony Appiah zegt bijvoorbeeld: ‘Zwart met een hoofdletter geeft aan dat het geen algemene term is voor een of ander kenmerk van de mensheid, maar een naam voor een bepaalde door mensen gemaakte entiteit. Om Simone de Beauvoir te parafraseren: men wordt niet zwart geboren, maar zwart gemaakt. Hetzelfde geldt voor al onze sociale identiteiten.’ (Nduwanje, 2021) Voor dit artikel heb ik om deze reden ook besloten Zwart met een hoofdletter te schrijven.
**Blank is inmiddels een verouderde koloniale term. De voorkeur gaat uit naar ‘wit.’
Verwijzingen
Elibol, R., & Tielbeke, J. (2018, Maart 28). ‘Rachid is ook gewoon een nette jongen’. De Groene Amsterdammer.
Historiek.net. (2021, 07 07). Ketikoti – Viering afschaffing slavernij. Historiek.
Hokstam, M. (2022, 06 28). Waarom ik geen Keti Koti vier. OneWorld.
Koops, E. (2021, 02 07). Anton de Kom (1898-1945) – Surinaamse vrijheidsstrijder. Historiek.
Nduwanje, O. (2021, 12 07). Waarom veel mensen zwart met een hoofdletter schrijven (en wit niet). OneWorld.
Nzume, A. W.-R. E. (2020, 07). #EenOngelijkKoninkrijk: exclusief interview met Premier Silveria Jacobs (Sint-Maarten) en Quinsy Gario. Dipsaus.
Veen, R. V. (2019, 07 17). Gediscrimineerde sollicitant kan weinig doen om baankans te vergroten. Universiteit Utrecht.