Gijs Muis: ‘democratisch centralisme, vijand van de partijdemocratie’
Dit is een opiniestuk, meningen verkondigt in deze tekst vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de organisatie, de afdeling en/of haar deelnemers.
Op de oprichtingsconferentie van De Socialisten is er onduidelijkheid ontstaan over onze organisatieprincipes. In een bijzin staat nu vermeld dat we ons democratisch centralistisch organiseren. Maar wat is democratisch centralisme, en waarom is het niet wenselijk ons rond deze ideeën te organiseren? In dit artikel probeer ik mijn visie hierop te bieden, zodat we ons hopelijk georganiseerd kunnen verzetten tegen deze opvatting op de volgende socialistenconferentie.
De oprichtingsconferentie
Dit verhaal begint bij de oprichtingsconferentie van De Socialisten. Nadat de eerste versie van het koersdocument naar buiten kwam mocht iedere groep, afdeling of persoon hier hun kritiek op insturen. Zo ook hebben wij met de Socialisten West-Brabant onze kritieken opgestuurd naar de commissie. Één van de zaken waar we kritiek op hadden was het voorstel om onze vereniging te stoelen op het ‘democratisch centralisme’. Na onze kritiek, en mogelijk die van anderen, is het democratisch centralisme geschrapt uit de eerste versie. In een bijzin stond echter nog het democratisch centralisme vermeld. Op pagina 14 van het koersdocument staat; ‘elke (lokale) afdeling is verantwoordelijk voor hun eigen werkterrein, maar wel binnen de kaders van de (landelijk) genomen besluiten, in het kader van de democratisch centralistische structuren’. Als reactie hierop hebben we met de Socialisten West-Brabant een wijzigingsvoorstel ingediend om deze fout eruit te halen. Maar hoewel het een tekstuele verbetering betrof, is het tijdens de conferentie behandeld als een politiek voorstel. Er is eigenlijk weinig discussie geweest over dit onderwerp als gevolg van de aard van het voorstel. Voorstanders van het democratisch centralisme hebben ook geen voorstellen gedaan om er voor te pleiten, en de tekst hierop aan te passen. Het gevolg is dat er dus weinig politiek inhoudelijke discussie is geweest over het democratisch centralisme en haar implicaties. Het wijzigingsvoorstel is vervolgens alleen wel verworpen. Hoe we dit moeten interpreteren is lastig te zeggen. Betekent het dat we nu moeten streven naar een democratisch centralistische organisatie? Voorstanders van het democratisch centralisme hebben deze bewering – in ieder geval op informele basis – wel gedaan. Dit kun je zo interpreteren, maar er is geen grondige politieke discussie geweest over dit toch wel belangrijke onderwerp. Wat in ieder geval duidelijk is, is dat dit onderwerp een belangrijk discussiepunt zal kunnen worden op de aankomende socialistenconferentie in Mei.
Wat is democratisch centralisme?
Maar wat is het democratisch centralisme, en waarom is het eigenlijk zo schadelijk vraag je je misschien af. Het probleem met het beantwoorden van die vraag is de mistige definitie ervan. Kernachtig wordt het vaak samengevat als “vrijheid van discussie en kritiek, eenheid in actie”. Op het eerste gezicht is daar natuurlijk niks mis mee, dit is in de kern waar democratie om draait. Volgens deze definitie kun je allerhande zaken als democratisch centralistisch duiden. Het gevolg van deze vaagheid is dat er dan ook uiteenlopende definities bestaan van wat dat dan inhoudt, en dat je dus moeilijk een inhoudelijke discussie kunt voeren over dit onderwerp.
Democratisch Centralisme volgens het Communistisch Platform
Hoewel het Communistisch Platform niet openlijk heeft gepleit voor democratisch centralisme op de conferentie, hebben ze wel georganiseerd tegen ons wijzigingsvoorstel gestemd. Gezien zij de relevantste speler zijn rond dit onderwerp in onze partij is hun definitie van groot belang. Het Communistisch Platform heeft een aantal teksten die hun versie van het democratisch centralisme tonen. Volgens artikel 2.1 van de statuten van het Communistisch Platform is “de vereniging (…) gestoeld op de principes van het democratisch centralisme: het gedeelte is ondergeschikt aan het geheel; lagere organen zijn ondergeschikt aan hogere organen; alle organen zijn ondergeschikt aan het landelijk bestuur; het landelijk bestuur is ondergeschikt aan het aggregaat”. Het aggregaat is het congres/de algemene ledenvergadering van deze groep. En in principe is ook dit niet verkeerd, alleen zal je ook hier weer merken dat het veel te breed toepasbaar is. Een recent verschenen tekst op de site van het platform biedt verheldering op deze onduidelijke definitie, en wat het democratisch centralisme zo anders maakt dan de gewone democratie. In het artikel ‘voorbij het ‘leninisme’’ van Andries Stroper staat; “Anders gezegd, alle leden krijgen de ruimte en middelen om bij te dragen aan het opstellen van de partijkoers en het kiezen en terugroepen van hun leiders, maar als er democratisch een besluit is genomen dan dient iedereen dat besluit op te volgen”.
Het probleem van het democratisch centralisme
Ik heb in dit citaat zelf het woord ‘iedereen’ vetgedrukt, omdat dat het probleem van het democratisch centralisme weergeeft. Het democratisch centralisme wordt vaak toegepast op kaderorganisaties. Een kaderorganisatie is een organisatie die van haar leden verlangt een bepaald niveau van activiteit te handhaven. Dit kan betekenen dat ze verplicht zijn een bepaald aantal vergaderingen per jaar bij te wonen, actief te zijn voor de vereniging, etc. Het standaard dat hiervoor gehanteerd wordt is natuurlijk arbitrair, en daarom gevoelig voor ondemocratische praktijken. Zo kun je politieke tegenstanders wegwerken als je ze kan betrappen op ‘te weinig activiteit’. Dat een factie binnen De Socialisten dit model aanhangt is op zichzelf niet zo’n groot probleem, maar ik denk dat het onwenselijk is dit in te voeren bij De Socialisten. We willen juist een brede socialistische partij worden waar onontbeerlijk bij hoort dat leden op verschillende manieren actief zijn binnen en voor de partij. maar dat maakt de wens om ons democratisch centralistisch te organiseren des te absurder. Leden in onze organisatie kunnen immers simpele betalende leden zijn die ons sympathiek vinden, het kunnen mensen zijn die af en toe bij activiteiten op komen dagen en het kunnen ook actieve kaders zijn in besturen of commissies. Dat we commissies of bestuurders op alle lagen ter verantwoording kunnen roepen is logisch. Dat is de kern van democratie, een lokaal bestuur dient landelijke besluiten niet zomaar naast zich neer te leggen, het landelijke bestuur dient conferentiebesluiten niet zomaar naast zich neer te leggen, etc. Maar de discipline die het democratisch centralisme oplegt ligt bij iedereen. Hypothetisch gezien kan het dat een simpel betalend lid dat netjes zijn of haar contributie betaald en het op vrijwel alle punten eens is met onze officiële standpunten. Maar het oneens is met het recht op euthanasie bijvoorbeeld, om wat voor reden dan ook. Dit is zelfs zo’n sterke mening van deze persoon dat ze naar anti-euthanasie demonstraties gaan op eigen titel. Het kan dus dat je deze persoon royeert voor het verbreken van onze partijdiscipline. Je bent immers als simpel lid onderhevig aan onze organisatiediscipline. Dat dit in de praktijk waarschijnlijk niet zal gebeuren is natuurlijk niet relevant. Het gaat erom dat dit arbitraire antidemocratische praktijken in de hand kan werken, zoals we die ook bij de SP hebben gezien. Waarin slecht gedefinieerde statutaire bepalingen gebruikt werden om de linkse oppositie monddood te maken. Dit maakt het in mijn ogen onwenselijk onze vereniging te organiseren rond deze principes.
Tot slot
Wat is dan het alternatief op het democratisch centralisme? Het antwoord lijkt mij simpel; democratie. In de simpele democratie kun je al verweven dat we onze bestuurders ter verantwoording kunnen roepen, dat ze terugroepbaar zijn, dat ze onderhevig zijn aan democratisch genomen besluiten. Het democratisch centralisme voegt hier niks aan toe, het breekt hier enkel aan af. We zijn geen kaderorganisatie, we vereisen geen strenge ledendiscipline, en we moeten dat ook niet willen. Voor een brede socialistische partij is democratisch centralisme een doodlopende weg en moeten we proberen iedere verwijzing hier naartoe te weren. Als partijdemocratie je lief is, strijd dan mee tegen het democratisch centralisme!